#22 Knowledge to Go
Musonius Rufus – Boek van Musonius Rufus, Cynthia Arrieu-King en William Irvine
Musonius was geweldig. Hoewel hij vrijwel in de geschiedenis verloren was gegaan, was hij vroeger een stoïcijnse baas.
Musonius werd geboren in 25 n.Chr. – bijna precies 25 jaar na Seneca en 25 jaar vóór Epictetus (die zijn sterstudent was en de jongens beïnvloedde die Marcus Aurelius lesgaven die 100 jaar na Musonius werd geboren).
Musonius heeft nooit iets geschreven, maar net als Epictetus en Socrates had hij een geweldige student die geweldige aantekeningen maakte. De naam van zijn student was Lucius. (Socrates liet een man die Plato heette een paar goede aantekeningen maken. Epictetus had Arrian.)
Vandaag gaan we onze verzameling van zijn wijsheid openstellen voor weer een van zijn lezingen.
Wat de oude filosofen deugden noemde, zie ik als kwaliteiten. Daarin ben ik geïnspireerd door de Italiaanse Psycholoog Roberto Assagioli. Een deugd is een manier van zijn, waarin een waarde tot uiting komt in zijn hoogste vorm. Roberto Assagioli gaat ervan uitgegaan dat ieder mens een spiritueel wezen is, en potenties en kwaliteiten heeft die ontwikkeld kunnen worden. De kwaliteiten van Roberto zie ik als een modernere vertaling van deugden.
Deze lezing van Musonius gaat over ‘of je met praktijk (het doen) of met theorie effectiever je kwaliteiten kan realiseren, aangezien de theorie leert wat we zouden moeten doen en maar in de praktijk wordt gedemonstreerd om in overeenstemming met de theorie te handelen’.
Langer antwoord: “Hij gaf dit soort lezingen aan zijn metgezellen terwijl hij hen trainde in het praktiseren van hun filosofie: deugd, zei hij, is niet alleen theoretische kennis, het is ook praktisch, zoals zowel medische als muzikale kennis. De dokter en de musicus moeten niet alleen de principes van zijn eigen vaardigheid leren, maar moeten ook worden opgeleid om volgens die principes te handelen. Evenzo moet de man die goed wil zijn niet alleen de lessen leren die betrekking hebben op deugd, maar zichzelf trainen om ze gretig en nauwgezet te volgen.
Zou iemand onmiddellijke zelfbeheersing kunnen verwerven door alleen maar te weten dat hij zich niet moet laten verleiden door verlangens, en kan hij verlangens zonder training weerstaan?
Zou iemand door te leren dat hij van gematigdheid moet houden, maar zonder het vermijden van overdaad te oefenen, een gematigd mens kunnen zijn?
Kunnen we moed verwerven door te beseffen dat dingen die vreselijk eng lijken, niet gevreesd moeten worden, en om dan zonder te oefenen moedig te zijn?
Kunnen we wijs worden door te erkennen welke dingen echt goed zijn en welke dingen slecht zijn, maar zonder die wijsheid te praktiseren.
Daarom moet het beoefenen van elke deugd altijd volgen op het leren van de lessen die erbij horen, of het heeft geen zin om erover te leren.
EN DUS…
Theorie? Het is een noodzakelijke start. Maar het is niet voldoende.
Onze (deugen) kwaliteiten in de praktijk brengen IS waar het uiteindelijk om gaat.